Publieke sector verspilt jaarlijks miljoenen aan overbodig theater bij versleuteling websites

Het kost ten minste twee miljoen om te mogen versleutelen, maar de kosten voor bijbehorend arbeid verveelvoudigt dat. Gelukkig is de transitie naar gratis certificaten in volle gang. Dit gaat gepaard met verdere automatisering waardoor vele uren aan foutgevoelig werk verdwijnt.

Dit onderzoek laat zien hoe de markt voor versleutelingscertificaten is verdeeld tussen diverse sectoren. De prijs van een certificaat ligt tussen de 0 en 1045 euro. We onderzoeken hoe de prijs tot stand komt vanuit de grote leveranciers maar ook vanuit de prijsvechters. Daarna kijken we naar hoeveel certificaten in gebruik zijn. Door deze informatie te combineren ontstaat een geïnformeerde schatting wat de publieke sector jaarlijks kwijt is aan certificaten. Tot slot kijken we naar de toekomst van certificaten en de vertrouwensketen.

Inleiding

Iedere website met versleuteling is vergezeld met een certificaat. Hierop staat voor welke site de versleuteling van toepassing is. Dit wordt door een vertrouwde externe partij onderschreven, waardoor bezoekers weten dat ze de juiste site bezoeken. Bij het wegvallen van vertrouwen, zoals bij een verlopen of ingetrokken certificaat, krijgen bezoekers een afschrikkende waarschuwing te zien of kunnen ze de site niet meer gebruiken.

Sinds november biedt basisbeveiliging.nl een certificatenoverzicht. Dit is te vinden in het rapport van een organisatie, bijvoorbeeld hier. Daar kan iedereen zien of er problemen zijn met de gebruikte certificaten van alle organisaties die we meten. Maar we slaan sindsdien ook andere data op, zoals wie de uitgever is. Daar gaan we in dit artikel op inzoomen.

Marktverdeling

Basisbeveiliging meet de Nederlandse overheid, zorg, onderwijs, cybersecurity en politieke partijen. Deze hebben samen ten minste 49.369 webadressen met daarop een certificaat. De vijf grootste leveranciers van certificaten bezit samen 91% van de markt.

Gratis dienstverlener Let’s Encrypt geeft verreweg de meeste certificaten uit. Daarna volgen twee commerciële partijen: DigiCert/QuoVadis en Sectigo. Veel domeinen van onderzoeksinstellingen en het onderwijs worden versleuteld via de vereniging GEANT. Dit is echter geen eigen uitgever maar een kortingsdeal met Sectigo. Daarna volgen 24 kleinere partijen, waarvan gratis provider Google Trust Services 2% van de sites bedient.

Marktverdeling certificatenleveranciers over alle gemeten domeinen. Let’s Encrypt 43%, DigiCert + QuoVadis 18%, Sectigo Limited 18%, GEANT Vereniging 11%, Google Trust Services LLC 2%, Overige 9%.

De overige 9% bestaat uit 23 partijen die minstens 10 certificaten op naam hebben staan. Namen die vaker dan 100 keer voorkomen: certSIGN(846), Trust Provider BV / Networking4all (711), cPanel(558), GlobalSign (530), Amazon (461), Microsoft (282), Cloudflare (219), ZeroSSL (191), “” (145), Acme Co (134), Plesk (132), SomeOrganization (113) en KPN(111). In deze kleine getallen is het certificaat vaker onderdeel van een product of dienst en niet los te koop.

Per sector wisselt de marktverdeling sterk. Bij de overheid zijn juist de twee commerciële leveranciers goed vertegenwoordigd. Voor het onderwijs wordt dit verdeeld tussen GEANT en Let’s Encrypt. Ziekenhuizen zitten er tussenin en GGD’s worden vooral bediend door DigiCert. Let’s Encrypt is de grootste bij het primair onderwijs, Cybersecurity en Politieke partijen.

Marktverdeling certificatenleveranciers voor alle domeinen per sector. Toegankelijke versie aan het eind van het artikel.

Hoe wordt de prijs bepaald?

Als we willen weten hoeveel geld er gaat naar certificaatleveranciers moeten we kijken wie dit zijn en welke prijzen ze vragen. Dit is een lastige opgave omdat prijzen sterk wisselen: tussen de 0 en 1045 euro. De prijs heeft geen invloed op de sterkte van de versleuteling.

Wat maakt dan het ene certificaat duurder dan de andere? Dat heeft te maken met vier eigenschappen die als doel hebben het gevoel van vertrouwen te vergroten.

De eerste eigenschap is extra validatiewerk. Bij de aanschaf van een certificaat wordt op verzoek gecontroleerd of dit wordt gedaan door de juiste organisatie of zelfs door de juiste persoon. De uitgebreidste en dus duurste optie heet “Extended Validation”. In totaal wordt 2.34% van de domeinen een certificaat van dit type gebruikt (1155 / 26156).

We hebben gecontroleerd of de WHOIS informatie op deze domeinen juist was, en dat is het geval voor alle .nl domeinen met dit type certificaat.

De meerwaarde van Extended Validation is aan het dalen. Dat komt omdat browsers sinds 2018 geen speciaal slotje hiervoor tonen. Het certificaat is dus vervangbaar door een ander vertrouwd certificaat zonder dat een bezoeker iets opvalt. Het groene slotje wordt nog wel veelvuldig gebruikt in marketing.

De voorpagina van Sectigo.com in 2024. Hier is nog steeds het groene slotje te zien, terwijl browsers dit sinds 2018 niet meer tonen.

De tweede eigenschap is een verzekerd bedrag. Dit bedrag is vaak psychologisch gekoppeld aan de prijs van het certificaat en loopt tot in de miljoen dollar. Dit bedrag wordt uitgekeerd wanneer het certificaat niet meer betrouwbaar is en de afnemer schade ondervindt. Deze verzekering is voorzien van een oceaan aan kleine letters. Uit onderzoek blijkt dat dit bedrag vooral marketing is om het product te diversificeren.

Of een daadwerkelijke schadeclaim iets gaat opleveren valt nog te bezien. Een inbraak bij leveranciers komt vaak gepaard met enorme reputatieschade, die kan leiden to faillissement. Dit is exact wat er in 2011 met DigiNotar gebeurde. Schade verhalen op een failliet bedrijf heeft weinig kans van slagen.

Dat moderne versleuteling onkraakbaar is spreekt natuurlijk voor zich, maar dat is niet waar de garantie over gaat. De sterkte van de versleuteling ligt volledig aan de inrichting van de afnemer en staat los van het vertrouwen in het certificaat. De leverancier van een certificaat is dus nooit aansprakelijk voor het uitlekken van gegevens bij slechte versleuteling.

De derde eigenschap is extra diensten. Iemand die toch al aan het kopen is wordt verleid om meer uit te geven. Het duurste certificaat van DigiCert bevat ook het gebruik van een plaatje, een security test, diverse monitoring en een beheerportaal. Dit wordt als meest waardevol verkocht, maar is met €1045 voor een jaar tegelijkertijd ook het duurst.

Het duurste certificaat op digicert.com kost 1045 euro en wordt begeleid met allerlei extra diensten.

De laatste eigenschap is het wekken van vertrouwen. Omdat er veel geld wordt betaald voor certificaten is er ook veel geld om een stuk theater op te voeren. Juist omdat het maken van een certificaat nagenoeg gratis is, kan bijna de hele omzet naar marketing en lobby. Dat uit zich in een veelheid van podcasts, whitepapers, lobbyisten, partnerprogramma’s, reclame uitingen, onderhandelaars, enzovoorts.

Door al deze beïnvloeding lijkt het net alsof deze ondernemingen heel relevant en bij de tijd zijn. Maar de innovaties rondom versleuteling komen uitsluitend van de prijsvechters en academici/wetenschappelijk onderzoekers.

Prijsvechten en wegautomatiseren

Aan de andere kant van de markt zitten de prijsvechters. Een van de eerste prijsvechters was Comodo, dat certificaten aanbood voor “voah weinagh”. Dat is overgenomen door Sectigo en hun product PositiveSSL is nog steeds te krijgen voor €12, maar het kost wat zoekwerk.

Vandaag de dag is Let’s Encrypt de grootste prijsvechter. Dit bedrijf biedt volledig geautomatiseerde versleuteling voor niets. Het kost jaarlijks 6.5 miljoen euro om deze organisatie in de lucht te houden. Hiervan gaat ongeveer €2.6 miljoen naar de afdeling voor certificaten.

Het bedrijfsmodel van Let’s Encrypt is sponsoring. Het goedkoopste sponsorbedrag is $12.500. Dat is een behoorlijk bedrag, maar het staat in geen verhouding tot het bedrag dat wordt uitgegeven aan commerciële partijen. Toch zien we geen enkele van de 7500+ door ons gemeten organisaties terug op de sponsorlijst. Ook geen buitenlandse overheid. Dat wil overigens niet zeggen dat er geen geld wordt gegeven: informatie over donateurs is niet publiek.

De populariteit van Let’s Encrypt ligt niet alleen aan de prijs van het certificaat. Het lost ook nog een veel duurder pijnpunt op: beheer. Het tijdig vervangen van certificaten en het correct configureren kost veel inspanning en is foutgevoelig.

Let’s Encrypt heeft dit deel van het beheer geautomatiseerd. Via het ACME protocol wordt op verzoek instant een nieuw certificaat geleverd. Met de tool Certbot wordt dit automatisch geïnstalleerd op het systeem. Basisbeveiliging.nl gebruikt ook Let’s Encrypt voor al haar sites.

De naam ACME is mogelijk een verwijzing naar de tekenfilms van Road Runner / Wile E. Coyote. Wanneer de Coyote een waanzinnige bestelling plaatste uit de postordercatalogus van ACME werd dit onmiddellijk geleverd. De tekenfilm speelt zich af in het midden van een woestijn.

De innovaties van Let’s Encrypt zijn voor iedereen te gebruiken. Hierdoor zijn er meer prijsvechters die dezelfde infrastructuur draaien. Bijvoorbeeld de nummer 5 in ons overzicht: Google Trust Services LLC en ook ZeroSSL die verderop in onze lijst staat. Ook alle commerciële certificatenverstrekkers ondersteunen ACME en certbot.

Wat opvalt bij gebruikers van Let’s Encrypt is primair onderwijs en de cybersecuritysector. Dit zijn financieel gezien tegenpolen. Het primair onderwijs heeft weinig budget en kiest dus voor de voordeligste oplossing. De cybersecuritysector komt na een risicoafweging ook uit bij Let’s Encrypt.

KaartLet’s Encrypt% markt
Onderwijs / Primair1238381%
Politieke Partij162673%
Onderwijs / VO233863%
Cybersecurity75149%
Onderwijs / MBO34931%
Zorg / Ziekenhuis116327%
Onderwijs / Universiteit109823%
Onderwijs / HBO51221%
Overheid268721%
Gemeente172021%
Zorg / GGD12216%
Provincie7514%
Waterschap5512%
Totaal2487943%
Marktaandeel Let’s Encrypt gesorteerd op percentage

Wat kost een certificaat?

Zoals gezegd tussen de 0 en de 1045 euro.

De kosten voor een certificaat bij Let’s Encrypt zijn ongeveer 0.18 eurocent per stuk. Deze moeten iedere 90 dagen worden vervangen, dus jaarlijks kost dit ±0.72 eurocent per site. We hebben hiervoor de projectkosten van 2.6 miljoen euro gedeeld door de 363 miljoen sites die worden bediend.

Bij Sectigo krijg je eenzelfde certificaat en een vorm van validatie voor een van de onderstaande 14 prijzen. Deze prijslijst is afkomstig van Xolphin.com. Sectigo is niet de duurste maar de prijslijst hieronder is wel erg tekenend voor commerciële certificatenleveranciers.

Sectigo noemt prijzen van 12 tot 598 euro voor hetzelfde product. De vorm van validatie en theater om het product heen verschilt mogelijk. De namen van de verschillende producten zijn afkomstig van overgenomen concurrenten. PositiveSSL van Comodo was altijd goedkoop en Sectigo zou deze ‘prijsbewuste’ klanten verliezen als ze hierin iets aanpast.

Het goedkoopste jaarcertificaat bij Sectigo kost 12 euro. Bij Let’s Encrypt kost dit doorberekend slechts 0.72 cent. Sectigo is dus minstens 1600x duurder.

Voor een nieuwe consument is de veelheid aan namen ook verwarrend. Dit is natuurlijk bedoeld om hetzelfde product toch iets anders te laten lijken.

Prijslijst van Sectigo Certificaten. Ze zijn allemaal even sterk, maar de bureaucratie eromheen verschilt. Deze lijst is afkomstig van Xolphin.com.

Dit soort prijslijsten maakt het allemaal erg lastig om te bepalen wat er uiteindelijk wordt betaald. Ook eventuele kortingen, onderhandelingen en dergelijke zullen invloed hebben op de prijs.

We kappen dit oerwoud aan onduidelijkheid door de prijs te kiezen waarmee men adverteert op de hoofdpagina. We surfen naar de site toe en kijken dan naar het simpelste certificaat en kiezen daar de variant zonder validatie en eentje met extended validatie.

We komen dan op de onderstaande prijzen:

LeverancierProduct / CertificaatPrijs (publiek)
DigiCertQVDigicert Basic TLS/SSL€264
DigiCertQVBasic OV + Extended Validation€408
SectigoDomain Validation€91
SectigoExtended Validation€229
Let’s EncryptCertificaat€0
Prijstabel primair geadverteerde certificaten van certificaatleveranciers

Voor GEANT zit dit anders in elkaar. Dit is een kortingsdeal met Sectigo en kost 161 euro per instelling per maand voor onbeperkte aantallen van alle soorten certificaten. Dat is €1932/jaar * (18 universiteiten + 36 hbo + 56 mbo) instellingen is ±€200.000.

Hoeveel certificaten worden er gebruikt?

Nu de prijs bepaald is, willen we weten hoeveel certificaten er zijn gekocht. Om dit te bepalen spelen er twee dingen: de dataset en hergebruik van certificaten.

De dataset van basisbeveiliging.nl is niet volledig. Het vraagt ongelofelijk veel mensuren om alle domeinen in kaart te brengen, wat we met pizza sessies te lijf gaan. In de komende maanden introduceren we ook nog een andere oplossing.

Feit blijft dat met name projectdomeinen ontbreken in onze dataset. We kennen alle hoofddomeinen en daar onder liggende domeinen. Maar we missen dus campagnesites van gemeenten en ziekenhuizen maar ook de vele domeinen voor afstudeerprojecten en dergelijke.

De tweede factor waar we rekening mee moeten houden is hergebruik van certificaten. Een certificaat wordt gemiddeld gebruikt op twee adressen. Dit is niet alleen omdat het “www” subdomein er ook altijd gratis op wordt gezet.

We hebben onderzocht hoeveel sprake er is van hergebruik, dat is te zien in onderstaande tabel.

Hergebruik op aantal adressenHoeveel Certificaten dat dit doet
1 adres18.416
2 adressen6.490
3 tot 51.962
6 tot 10677
11 tot 20354
21 tot 100167
101 tot 106814
Hergebruik van certificaten

Certificaten die meer dan 100 keer worden gebruikt zijn bijna altijd van Let’s Encrypt. Een enkel geval is een wildcard op een site van een politieke partij. Een andere staat op een populair subdomein van Microsoft.

Als we deze data plat slaan, en we rekenen per uniek certificaat één domein, dan is de verhouding: één certificaat wordt gebruikt op ±2.1 adressen. Dit ronden we af naar twee.

SectigoDigiCertQVLet’s Encrypt
Toepassing op domeinen104831062924879
Unieke certificaten5157490011487
Verhouding tussen unieke certificaten en toegepaste domeinen

Wat betalen dus minimaal?

Nemen we de prijs van DigiCert en Sectigo en vermenigvuldigen dat met het aantal domeinen dan hebben we een prijs. Hier moet dus nog 50% vanaf om te compenseren voor hergebruik. Uiteindelijk komt dat neer op een ondergrens van 2 miljoen euro per jaar voor de aanschaf van certificaten.

Berekening ondergrens kosten versleutelingscertificaten

Hier komt de €200.000 van GEANT nog bovenop.

Dit is exclusief verdere beheerskosten en instellingen. Zo stelt het NCSC regelmatig nieuwe eisen op voor sterke versleuteling, deze moeten worden geïmplementeerd per server/site. Verder moeten deze certificaten worden aangevraagd en vervangen, iets dat tijdrovend en foutgevoelig is zonder ACME.

De overige 11% is lastig apart te becijferen maar lijkt vooral gratis te zijn. Dit zijn namelijk twee prijsvechters (ZeroSSL en Google Trust Services) samen met zelf uitgegeven certificaten en certificaten die gekoppeld zijn aan een ander product of dienst.

De kostprijs bij Let’s Encrypt voor de 21101 certificaten in bovenstaande tabel is: 0.72 cent * 21101 = 15193 cent. Ofwel €151,93.

Toekomst van certificaten

De totaalprijs die wordt betaald voor certificaten zal in de komende jaren blijven afnemen. Let’s Encrypt biedt een aanbod dat niemand kan weigeren. Maar er zijn ook andere spelers in opkomst zoals ZeroSSL waar voor $100 jaarlijks een onbeperkte hoeveelheid certificaten is af te nemen.

Het beheer van certificaten is sterk vereenvoudigd door de certbot tool, samen met instant certificaten via het ACME protocol. Inmiddels ondersteunen alle certificatenleveranciers dit. Dit heeft een ontelbaar aantal uren bespaard in het beheer van certificaten.

Voor websites lijkt het vertrouwen in Let’s Encrypt nagenoeg altijd voldoende. Dat blijkt uit dat betaalde certificaten vaak niet voorzien zijn van validatie. De meerwaarde van validatie staat onder druk.

Aan de certificatenindustrie is er alles aan gelegen om relevant te blijven. Er is veel budget om invloed uit te oefenen. Die lobby heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat de GGD vooral afneemt bij dure leveranciers. Daarnaast blijft het gevoel / illusie van het kunnen kopen van vertrouwen een belangrijk argument.

Er ligt ook een nieuwe kans voor certificaten en de ‘chain of trust’ bij de media. Bijvoorbeeld het kunnen bewijzen dat een foto of video is gemaakt door een bepaalde journalist van een nieuwsorganisatie. Of het publiek hier waarde aan hecht valt nog te bezien.

In dat licht zouden wij graag bewijzen dat dit artikel komt van de Internet Cleanup Foundation. Maar een functionaliteit om dit bewijs te leveren zit niet in ons blogplatform. Daarom hebben we lelijke watermerken toegevoegd aan de screenshots en onszelf een paar keer genoemd: dat is het beste dat we nu kunnen. We zijn benieuwd wat daar van overblijft in eventuele AI kopietjes van dit artikel.

Tegelijkertijd hopen we dat cryptografische herleidbaarheid beperkt wordt toegepast, omdat dit het einde kan betekenen van privacy. Een voorbeeld hiervan zit in het Noord Koreaanse besturingssysteem Red Star OS. Dit voegt een onzichtbaar overzicht van gebruikers toe dat een bestand heeft bekeken en/of aangepast. Dit is niet in het voordeel van de gemiddelde mens of een vrije maatschappij.

Kanttekeningen

  • We zien een vertekening bij politieke partijen. Deze zit bij een partij die 500 subdomeinen van lokale partijen onder hetzelfde certificaat versleuteld. Er wordt in de praktijk dus veel minder gebruik gemaakt van Sectigo ten gunste van Let’s Encrypt. De dataset mist de vele sites van veel lokale partijen.
  • De cybersecuritysector is natuurlijk geen onderdeel van de publieke sector maar de vertekening hierdoor is erg klein.

Bijlage A: Toegankelijke versies diagrammen

Tabeldata Marktverdeling Staafgrafiek


Let’s EncryptDigiCert / QuoVadisSectigoGEANTGoogleOverige
Overheid / Centraal21%48%16%7%1%8%
Overheid / Gemeente21%31%33%0%0%15%
Overheid / Provincie14%37%16%0%0%33%
Overheid / Waterschap12%27%37%0%0%23%
Onderwijs / Universiteit23%0%22%51%0%4%
Onderwijs / HBO21%1%16%56%0%5%
Onderwijs / MBO31%4%14%39%1%10%
Onderwijs / Voortgezet63%5%17%2%6%8%
Onderwijs / Primair81%2%8%0%4%5%
Zorg / Ziekenhuis27%8%27%24%2%13%
Zorg / GGD16%72%7%0%0%5%
Cyber49%9%14%0%7%21%
Politieke partijen73%1%24%0%2%1%
Totaal43%18%18%11%2%9%

Nieuwe meting: dienstverlening binnen de EU. 1087 domeinen staan buiten de EU. 410 mailservers ook.

Ook delen 419 overheidsdomeinen data met Google Ads.

Vanaf 9 augustus is op basisbeveiliging.nl te zien vanuit welk land de overheid online diensten verleent. We controleren of dit gebeurt vanuit de EU+GDPR regio. Deze meting is in mei aangekondigd.

In dit artikel wordt gekeken waar de overheid, gemeenten en provincies haar online dienstverlening heeft staan.

Samenvatting

  • 3% van de overheidsdomeinen (1076) komt uit in de Verenigde staten.
  • 10% van de mailservers (407) van de overheid staan in de Verenigde Staten.
  • Overige niet EU+GDPR landen zijn nauwelijks vertegenwoordig en vaak logisch verklaarbaar.
  • Overheidssites gebruiken 42.745 externe bronnen, 62% hiervan staat in de States. Hier is Google verreweg de populairste dienstverlener (analytics, maps, youtube, fonts, tagmanager)
  • 419 overheidsdomeinen delen data doubleclick.net (Google Ads).
  • Er zijn meer dan 300 bedrijven die domeinen van de overheid hosten.
  • Er zijn meer dan 146 bedrijven die e-mail diensten leveren voor de overheid.
  • Er wordt data gehaald van 1637 verschillende externe sites.

Diverse logische uitzonderingen worden in de komende maanden vastgesteld. Verreweg het merendeel van de bevindingen in dit artikel (>99%) valt niet onder deze uitzonderingen.

Wij vragen de Nederlandse overheid om alle online dienstverlening, waar het logisch is, aan te bieden vanaf servers in de EU+GDPR zone. Dit betekent dat honderden domeinen en e-mail diensten moeten worden verplaatst.

Waarom meten we dit?

Omdat we gegevens willen beschermen. Dit zijn niet alleen persoonsgegevens van burgers maar alle mogelijk denkbare gegevens van Nederland.

Als we alleen kijken naar persoonsgegevens mogen deze verwerkt worden in veel landen. Dit is geregeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming, de AVG ofwel GDPR. Deze wet is van toepassing op alle landen in de Europese Unie en de Economische Zone (dus ook Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).

De wet geldt ook (nog) in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast heeft de Europese Commissie nog een serie landen aangewezen met vergelijkbare bescherming. Dit zijn o.a. Israël, Japan, Korea en onder voorwaarden de Verenigde Staten en Canada.

Dat iets mag wil nog niet zeggen dat het slim is. In andere landen gelden andere wetten. Overeenkomstige wetten worden misschien niet of anders gehandhaafd. Mogelijk gaan de gegevens die worden opgeslagen over een situatie die elders verboden is (een fictief voorbeeld is het opslaan van informatie over homohuwelijken in Korea). Verder hebben inlichtingendiensten toegang tot de gegevens, direct of op langere termijn. De gegevens moeten vaak letterlijk door een oceaan wat nadelig is voor de beschikbaarheid. Als grenzen worden opgezocht komt ook de geopolitiek om de hoek kijken: de situatie kan zomaar veranderen.

Het opzoeken van de grenzen waar e.e.a. mag staan is ingewikkeld en bijna jaarlijks onderhevig aan (plotselinge) juridische wijzigingen. Het is voor een leek onmogelijk om bij te houden wat wel en niet mag. Er is geen overduidelijk groot voordeel aan het plaatsen van diensten in verre landen. Mogelijk zijn dit kosten, maar gezien de grote en goedkope Amerikaanse dienstverleners nu ook diensten verlenen op servers binnen de EU valt dat argument weg.

Het opslaan van gegevens die niet onder de GDPR vallen is weer een ander hoofdstuk. Met andere gegevens bedoelen we concurrentiegevoelige gegevens, intellectueel eigendom, statistieken, vertrouwelijke stukken enzovoort. Per gegeven zijn er weer andere regels. Regels rondom versleuteling zijn dan mogelijk niet verplicht.

Een groot deel van dit wespennest kan worden voorkomen door gegevens binnen de landsgrenzen of de EU te houden. Dit is ook makkelijk te begrijpen voor personeelsleden en bedrijven die de gegevens verwerken.

Wat keuren we wel en niet goed?

We kijken of een dienst in de EU+GDPR zone valt. Deze zone bevat alle landen op het Europese continent die de GDPR of gelijkwaardige wetgeving toepast. Met deze meting zijn we dus mogelijk iets strenger dan de eisen van de wet, maar wel met een serie argumenten en overwegingen die dat verklaart.

De EU+GDPR zone zijn alle landen in de Europese Economische Zone en landen met gelijkwaardige wetgeving zoals Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en Andorra. Expliciet buiten de boot vallen dus 17 landen die wel (deels) op het Europese continent liggen maar andere wetten hebben, zoals Albanië, Oekraïne en Turkije. De wetgeving van de bijzondere gemeenten (Bonaire, Sint Eustatius, Saba) en de andere landen in het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint-Maarten) is ons (nog) niet geheel duidelijk, dus dit keuren we nu goed.

Alles wat buiten de EU+GDPR zone valt keuren we af tenzij het volstrekt logisch is dat deze dienst er buiten valt. Denk bijvoorbeeld aan een NBSO in Brazilië of een meetproject van het KNMI in Indonesië. Dit wordt per casus bekeken en is nog niet afgerond.

Er wordt op drie plekken gekeken naar locaties: het domein, de e-mail server(s) en de adressen waarop verbinding wordt gemaakt bij het bezoeken van een website. Ieder van deze plekken wordt op de volgende manier beoordeeld:

MetingBinnen EU+GDPRBuiten EU+GDPR
DomeinGoed: OK / GroenProefperiode: Laag / Groen
Vanaf december: Midden / Oranje
Vanaf Okt 2024: Oranje of Rood
E-Mail Server(s)Goed: OK / GroenProefperiode: Laag / Groen
Vanaf december: Midden / Oranje
Vanaf Okt 2024: Oranje of Rood
Inhoud van websiteGoed: OK / GroenLaag / Groen
Meetbeleid op locatiemetingen over tijd

Bij de beoordeling is er sprake van een proefperiode. In deze periode wordt gekeken naar hoe betrouwbaar deze metingen zijn. Mochten de metingen niet betrouwbaar voldoende blijken, dan worden ze niet op oranje gezet en wordt gekeken of deze in de toekomst nog worden gepubliceerd.

Hoe werken de metingen

Voor deze meting wordt een computeradres omgezet naar een fysieke locatie.

Bijvoorbeeld het domein “zutphen.nl”. Hiervan bekijken we naar welk land het internetverkeer wordt gestuurd als we de website bezoeken, als we er een e-mail naar toe sturen en met welke landen informatie wordt gedeeld bij het bezoeken van de site zelf.

Deze drie metingen zien er bijvoorbeeld zo uit:

MetingVoorbeeldLocatie
Locatie van Domeinzutphen.nlNederland (Tilaa)
Locatie van E-mail server(s)zutphen.nl wijst naar mail.zutphen.nlNederland (KPN)
Locatie van de inhoud van de websitezutphen.nl haal informatie op bij google-analytics.comNoord Amerika (Google)
Voorbeeld van metingen

Natuurlijk is dit voorbeeld wat versimpeld. In werkelijkheid zijn er meerdere e-mail servers als achtervang en heeft ieder domein twee adressen: een IPv4 en IPv6 adres. Technisch is er nog veel meer mogelijk, maar ondoorgrondelijkheid en het ontbreken van transparantie is op zichzelf al een veiligheidsrisico.

De locatiegegevens komen uit de database van Maxmind. Dit is een commercieel bedrijf dat wekelijks de database bijwerkt en geld vraagt voor deze data. Deze metingen worden aangevuld met correcties uit de RIPE database (waar Maxmind niet bij mag). Van beiden hebben we toestemming om gegevens op te vragen en te publiceren.

Uit de metingen blijkt dat de fysieke locatie van IPv4 en IPv6 adressen vaak uit elkaar ligt. Hoewel het technisch mogelijk is, is er logisch gezien geen argument om dit te doen. Het lijkt dat IPv6 geolocatie kwalitatief lager is dan IPv4. Daarom hebben we IPv6 niet meegenomen in de beoordelingen.

Hoewel beide organisaties hun best doen om correcte informatie te leveren is er geen garantie. Het internet is namelijk constant in beweging. Daarom hebben wij ook een disclaimer voor alle metingen.

Wanneer we niet weten waar een dienst staat wordt dit niet negatief beoordeeld: er is geen verplichting om transparant te zijn over de fysieke locatie van dienstverlening. Dat is echter wel wenselijk en mogelijk op lange termijn toch een reden om een negatieve beoordeling hieraan toe te kennen.

Bevindingen op domeinen

Domeinen: 1087 adressen buiten de EU+GDPR Zone

In totaal zijn er 38.364 (sub)domeinen. Hiervan staan er 36.994 in de EU+GDPR zone, 1076 in de Verenigde Staten en 283 op een onbekende locatie.

De verdeling per continent van domeinen buiten de EU+GDPR zone is de volgende. Hier is te zien dat vooral domeinen in de States problemen veroorzaken. De domeinen op andere continenten zijn nagenoeg allemaal logisch verklaarbaar en dus geen probleem.

Locatie buiten EU+GDPROverheidGemeenteProvincieTotaal
Afrika33
Azië246
Noord Amerika (Verenigde Staten)566460501076
Zuid Amerika22
Totaal573464501087
Domeinen verdeeld over continenten buiten de EU+GDPR zone.

Er is ook sprake van twee continenten binnen de EU+GDPR zone, dit vanwege de bijzondere gemeenten en de andere landen in het Koninkrijk der Nederlanden. Je ziet dat verreweg de meeste domeinen in Europa staan.

Locatie binnen EU+GDPROverheidGemeenteProvincieTotaal
Europa20.48215.71677536.973
Noord Amerika (Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius, Saba)2121
Totaal20.50315.71677536.994
Domeinen verdeeld over continenten. De meeste domeinen staan verreweg in Europa.

Domeinen: verdeling over landen

Verreweg de meeste domeinen komen uit in Nederland. Het enige land buiten de EU+GDPR zone dat hele procenten van de bezoeken ontvangt is de Verenigde Staten. De enkele sites in Zuid Afrika en dergelijke zijn logisch te verklaren en duiden niet op een probleem.


OverheidGemeenteProvincieProcent
Land / Totaal21.29716.240827100%
Nederland18.87113.84667787.05%
Duitsland841611253.85%
Ierland357802333.11%
Verenigde Staten566460502.80%
België193255141.20%
Onbekend2236220.75%
Verenigd Koninkrijk12189150.59%
Frankrijk313720.18%
Zweden175030.18%
Oostenrijk14160.08%
Finland1260.05%
BES-Eilanden170.04%
Italie70.02%
Tsjechië60.02%
Denemarken60.02%
Polen240.02%
Aruba40.01%
China120.01%
Zuid Afrika30.01%
Brazilie20.01%
Zwitserland20.01%
Estland20.01%
Japan20.01%
Luxemburg20.01%
Singapore10.00%
Verdeling van domeinen verspreid over landen

Domeinen: verdeling van leveranciers in Europa

Dit is de top 25 van de 311 verschillende organisaties die diensten van de overheid aanbieden. Dit wordt geteld per domein. Er wordt niet gekeken welke dienst op deze domeinen staat. We hebben de vele onderzoeksdomeinen van TNO eruit gelaten omdat deze de resultaten met duizenden vertekenen terwijl er weinig op lijkt te draaien.

BedrijfOverheidGemeentenProvincieTotaal
Microsoft Azure15881713853386
KPN10861832422960
Amazon.com7611679412481
Prolocation BV22198572311
Signet B.V.737981401758
SURF B.V.170971716
Ziggo3071156321495
Ziggo Business151106941224
Dienst Uitvoering Onderwijs105921061
Solvinity B.V.74227511018
BIT BV67429814986
Eurofiber Nederland BV176518112806
Capgemini Nederland B.V.593593
Equinix (Netherlands) B.V.236342578
LeaseWeb Netherlands B.V.2792941574
baten-lastendienst Logius547547
True B.V.1713338512
T-Mobile Netherlands36812014502
Intermax Group B.V.44014454
OSSO B.V.12228410416
VANCIS Vancis Advanced ICT Services36516381
Combell NV1222479378
Ministerie van Economische Zaken361361
CloudVPS772653345
Leveranciers van diensten op domeinen (wereldwijd)

Bevindingen over e-mail

E-mail: 410 servers buiten de EU+GDPR Zone

In totaal zijn er 3957 adressen van mailservers gevonden. Hiervan staan er 3547 in de EU, 409 in Noord Amerika en 1 in Azië.

407 van deze adressen wijzen naar diensten in de Verenigde Staten. Dit zijn diverse dienstverleners, die in de tabel hieronder zijn opgesomd.

BedrijfOverheidGemeentenProvinciesTotaal
Google Servers20812220
Cisco Systems Ironport Division4348495
SendGrid1610228
Amazon.com151227
Google Cloud17825
Input Output Flood LLC44
Interserver33
Cogent Communications22
Proofpoint, Inc.22
Rackspace Hosting11
Overzicht aantal mailservers bij dienstverleners uit de Verenigde Staten.

E-mail: Verdeling servers in EU+GDPR landen

De 3547 servers in Europa zijn verdeeld over allerlei landen en dienstverleners.

Europees LandOverheidGemeentenProvinciesTotaal
Nederland1922990272939
Ierland1671344305
Duitsland55425102
Oostenrijk5934396
Verenigd Koninkrijk1718136
België33134
Frankrijk21324
Finland246
Tsjechië33
Polen22
Overzicht verdeling van aantallen mailservers per Europees land

E-mail: Aantal mailservers per dienstverlener

Er zijn 146 dienstverleners gevonden. Dit is de top 20, hierdoor zijn 843 servers op allerlei domeinen niet zichtbaar. Sommige bedrijven zoals Amazon bieden servers in zowel de EU als de US. In het geval van Amazon zagen we al dat er 27 servers buiten de EU staan, de rest van de 105 staan dus wel goed. Domeinen van KNAW zijn achterwege gelaten ivm een wildcard waarop een mailserver staat.

BedrijfsnaamOverheidGemeentenProvinciesTotaal
Microsoft Azure3872729668
E-Zorg B.V.70259329
Ministerie van Economische Zaken272272
CLDIN B.V.1141136233
Google Servers20812220
SSC-ICT Haaglanden189189
SURF B.V.178178
Signet B.V.86541141
Solvinity B.V.1204124
Flowmailer B.V.3585120
KPN5650106
Amazon.com42621105
Cisco Systems Ironport Division4350497
Ziggo Business184361
Cogent Communications46854
Ziggo104050
BIT BV252146
T-Mobile Netherlands321042
Ministerie van Verkeer en Waterstaat/Rijkswatersta4040
Dienst Uitvoering Onderwijs3939
Verdeling van leveranciers van e-mailservers

Bevindingen over Websites

Bronnen buiten de EU+GDPR zone

Tenslotte is er ook gekeken uit welke landen informatie op een website komt. Het gaat dus niet over het domein, maar het bezoek van een site. Bij het bezoeken worden plaatjes, scripts, lettertypen en dergelijke soms van een andere locatie opgehaald. Dit zien we 23.468 keer gebeuren.

Wat opvalt is dat er ongelofelijk veel verbindingen naar Amerikaanse dienstverleners worden gelegd. Bijna exclusief naar Google en een beetje Microsoft. Dit bevat ook 419 keer doubleclick.net. Dit is een onderdeel van Google Ads, wat aangeeft dat Analytics niet goed is ingericht. De meeste Microsoft vermeldingen hebben te maken met Office 365.

Hier is de top 20 meest gebruikte externe bronnen naar buiten de EU+GDPR zone, deze zitten allemaal in de Verenigde Staten:

DomeinOverheidGemeentenProvincieTotaal
fonts.googleapis.com14961385822963
fonts.gstatic.com14741204722750
www.googletagmanager.com13758571062338
region1.google-analytics.com1082666631811
www.google-analytics.com1038676601774
siteimproveanalytics.com164883431090
aadcdn.msauth.net28637318677
www.google.com48715721665
www.gstatic.com42921618663
aadcdn.msftauth.net23433114579
aadcdn.msauthimages.net21923212463
ajax.googleapis.com2711855461
stats.g.doubleclick.net3059717419
maps.googleapis.com1382585401
aadcdn.msftauthimages.net15919114364
www.youtube.com246938347
cuatro.sim-cdn.nl512303284
code.jquery.com1431229274
www.google.nl1495710216
portal.azure.com501423195
De top 20 populairste domeinen waar de overheid bronnen ophaalt om haar sites te maken

Bronnen binnen de EU+GDPR zone

Wat staat er dan eigenlijk wel in de EU regio? We tellen daar nu 14.095 verwijzingen, een stuk minder dan naar de States. Enkel West-Europese landen, namelijk enkel Nederland, Duitsland en Ierland. De andere landen zijn amper vertegenwoordigd met 264 verwijzingen in totaal.

DomeinLandOverheidGemeentenProvincieTotaal
statistiek.rijksoverheid.nlNL1686

1686
login.live.comIE519701321252
*.global.siteimproveanalytics.ioDE164928451137
autologon.microsoftazuread-sso.comNL22643311670
login.microsoftonline.comIE19536615576
cdn-eu.readspeaker.comDE8939415498
cdn1.readspeaker.comDE83353
436
logging.simanalytics.nlIE542313288
fonts.bunny.netDE451883236
use.typekit.netDE130975232
dc.services.visualstudio.comNL751414220
p.typekit.netDE125845214
eu-mobile.events.data.microsoft.comIE741171192
storageportalwe.blob.core.windows.netNL221473172
f1-eu.readspeaker.comDE70928170
websurveys2.govmetric.comIE22126
148
www.simanalytics.nlIE24112
136
consent.cookiebot.comDE922713132
consentcdn.cookiebot.comDE922713132
hitcounter.govmetric.comIE2293
115
De top 20 populairste domeinen waar de overheid bronnen ophaalt om haar sites te maken